Meer info
 

22/07/85 Wet Aansprakelijkheid kernenergie
Wet van 22 juli 1985 betreffende de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie

Hoofdstuk VIII Regels van procedure inzake rechtsvorderingen gegrond op het Verdrag van Parijs en het Aanvullend Verdrag

Artikel 26

De vorderingen gegrond op het Verdrag van Parijs, op het Aanvullend Verdrag en op deze wet worden in eerste aanleg gebracht voor de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, zitting houdende in burgerlijke zaken.
Deze bepaling is van openbare orde.

Artikel 27

Hij die [kernschade] heeft geleden als gevolg van een kernongeval, beschikt over een rechtstreekse vordering tegen de verzekeraar of ieder die een andere financiële zekerheid heeft gesteld en, [in de gevallen bedoeld in artikel 22 en 22/1], tegen de Staat.

Artikel 28

§ 1

De Staat kan tussenkomen in iedere vordering die wordt ingesteld op grond van de bepalingen van het Verdrag van Parijs, het Aanvullend Verdrag en deze wet.
Indien de Staat niet is tussengekomen, dan moet de eiser, vóór de sluiting der debatten, de Staat in het geding roepen.

§ 2

Een vonnis gewezen in een geschil ter zake van een door een kernongeval veroorzaakte schade kan aan de exploitant, aan het slachtoffer of aan diens rechthebbende, aan de verzekeraar of aan de persoon die een andere financiële zekerheid heeft gesteld, slechts worden tegengeworpen indien zij in het geding partij zijn geweest dan wel daarin zijn geroepen.
Niettemin kan het vonnis, dat in een geschil tussen het slachtoffer en de exploitant is gewezen, worden tegengeworpen aan de verzekeraar of aan de persoon die een andere financiële zekerheid heeft gesteld, indien is komen vast te staan dat deze in feite de leiding van het geding op zich heeft genomen.
De verzekeraar of de persoon die een andere financiële zekerheid heeft gesteld, kan de exploitant in het geding roepen dat door het slachtoffer tegen hem wordt ingesteld.

Artikel 28/1

De vorderingen gebaseerd op het Verdrag van Parijs, het Aanvullende Verdrag en de huidige wet worden geformuleerd op vraag van:
de slachtoffers van een kernschade als gevolg van een kernongeval;
de Staat;
de vreemde staat handelend in naam en voor rekening van personen, onderdanen van deze staat of met woonplaats of verblijfplaats op zijn grondgebied en die ermee ingestemd hebben zich te laten vertegenwoordigen door deze staat;
alle personen die krachtens het Verdrag van Parijs, het Aanvullend Verdrag of de huidige wet de door subrogatie of overdracht verworven rechten willen doen gelden.

Artikel 28/2

De Belgische Staat kan handelen in naam en voor rekening van de personen die hun woonplaats of hun verblijfplaats hebben op zijn grondgebied en die ermee ingestemd hebben zich te laten vertegenwoordigen door deze Staat, wanneer deze personen slachtoffer zijn van een kernongeval dat niet onder de bevoegdheid van een Belgische rechtbank valt.
De Koning kan de voorwaarden en vormen vastleggen, waaraan het slachtoffer van een kernongeval, dat onder de bevoegdheid van een vreemde rechtbank valt, moet voldoen opdat de Belgische Staat in hun naam handelt bij deze rechtsmacht.

Artikel 29

De Koning regelt het toezicht op de afwikkeling van de schadeloosstelling door de verzekeraars en de personen die een andere financiële zekerheid hebben gesteld. Hij bepaalt tevens de voorwaarden waaronder de personen, die krachtens het Verdrag van Parijs, het Aanvullend Verdrag of deze wet recht hebben op schadevergoeding, kennis kunnen nemen van de kontrakten inzake verzekering of financiële zekerheidsstelling.

Artikel 30

Voor de regeling van de schadeloosstelling overeenkomstig artikel 19 [, 22 of 22/1], kan de Koning een verzoeningsprocedure van administratieve of gerechtelijke aard instellen, die in elk geval aan het debat voor de rechtbank dient vooraf te gaan.