Meer info
 

05/07/06 KB Veiligheidsadviseurs vervoer gevaarlijke goederen
Koninklijk besluit van 5 juli 2006 betreffende de aanwijzing en de beroepsbekwaamheid van veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, per spoor of over de binnenwateren

Hoofdstuk VIII Verlenging van het scholingscertificaat

Artikel 28

De geldigheid van het scholingscertificaat wordt telkenmale met vijf jaar verlengd indien de houder in de loop van het jaar dat aan de vervaldag van zijn certificaat voorafgaat in een controletest is geslaagd.

Artikel 29

Onverminderd de bepalingen van artikel 29 vangt de nieuwe geldigheidsperiode aan vanaf de vervaldatum van het certificaat.

Artikel 30

De controletest kan één of meer vervoerswijzen behelzen en is beperkt tot één van de volgende categorieën van gevaarlijke goederen:
die van klasse 1;
die van klasse 7;
die van klasse 2;
die van alle klassen, behoudens de klassen 1, 2 en 7;
[die geïdentificeerd door de UN-nummers 1202, 1203, 1223 en 3475, en de luchtvaartbrandstof geklasseerd onder UN-nummers 1268 of 1863.]
Enkel de vervoerswijzen en de categorie waarvoor het getuigschrift geldig is komen in aanmerking.

Artikel 31

[...]

Artikel 32

[...]

Artikel 33

§ 1

[De voorschriften van artikel 19, met uitzondering van § 2 en § 4, van artikel 20 en van artikel 24 zijn bij analogie van toepassing op de in artikel 28 bedoelde controletesten.]

§ 2

[De instellingen die erkend zijn als examencentrum op basis van artikel 21 zijn automatisch ook erkend om de examencommissie bij te staan voor de materiële organisatie van de controletesten. Het is deze instellingen toegelaten om de inschrijvingskosten voor de controletesten te innen bij de kandidaten. De inschrijvingskosten dekken de kosten van de organisatie en van de verbetering. De bevoegde overheid geeft haar goedkeuring over het bedrag. De inschrijving voor de controlekosten is slechts ontvankelijk als de inschrijvingskosten betaald zijn. Deze zijn slechts terugbetaalbaar in geval van overmacht.]

§ 3

[De kandidaat kan enkel deelnemen aan de controletesten die betrekking hebben op de categorie van gevaarlijke goederen en de delen waarvoor hij de in artikel 34 bedoelde bijscholing heeft gevolgd. Daarbij mag hij niet langer afwezig zijn dan hetgeen in § 6 van artikel 34 is vastgelegd.]

§ 4

Wanneer de instelling de verplichtingen van onderhavig besluit of van de ministeriële besluiten genomen krachtens dit besluit of van de haar door de examencommissie verstrekte nadere regels met betrekking tot de praktische organisatie van de [controletesten] niet correct naleeft, trekt de bevoegde overheid de in § 2 vermelde erkenning in nadat de verantwoordelijke van de instelling de mogelijkheid heeft gehad om zich te verantwoorden.

Artikel 33

§ 1

[De voorschriften van artikel 19, met uitzondering van § 2 en § 4, van artikel 20 en van artikel 24 zijn bij analogie van toepassing op de in artikel 28 bedoelde controletesten.]

§ 2

[De instellingen die erkend zijn als examencentrum op basis van artikel 21 zijn automatisch ook erkend om de examencommissie bij te staan voor de materiële organisatie van de controletesten. Het is deze instellingen toegelaten om de inschrijvingskosten voor de controletesten te innen bij de kandidaten. De inschrijvingskosten dekken de kosten van de organisatie en van de verbetering. De [minister] geeft haar goedkeuring over het bedrag. De inschrijving voor de controlekosten is slechts ontvankelijk als de inschrijvingskosten betaald zijn. Deze zijn slechts terugbetaalbaar in geval van overmacht.]

§ 3

[De kandidaat kan enkel deelnemen aan de controletesten die betrekking hebben op de categorie van gevaarlijke goederen en de delen waarvoor hij de in artikel 34 bedoelde bijscholing heeft gevolgd. Daarbij mag hij niet langer afwezig zijn dan hetgeen in § 6 van artikel 34 is vastgelegd.]

§ 4

Wanneer de instelling de verplichtingen van onderhavig besluit of van de ministeriële besluiten genomen krachtens dit besluit of van de haar door de examencommissie verstrekte nadere regels met betrekking tot de praktische organisatie van de [controletesten] niet correct naleeft, trekt de [minister] de in § 2 vermelde erkenning in nadat de verantwoordelijke van de instelling de mogelijkheid heeft gehad om zich te verantwoorden.

Artikel 34

§ 1

De bijscholing heeft in de eerste plaats tot doel te verzekeren dat de kandidaat nog altijd de nodige kennis bezit om de in bijlage I opgesomde taken van de veiligheidsadviseur na te komen, inzonderheid van de bepalingen die ingevoerd werden na de datum van zijn laatste examen of controletest.

§ 2

De voorschriften van artikel 12 en 18 betreffende de scholing zijn bij analogie van toepassing op de bijscholing.

§ 3

De voorschriften van artikelen 14 tot en met 17 betreffende de instellingen die de scholing verstrekken zijn bij analogie van toepassing op de instellingen die de bijscholing verstrekken.
De instellingen die de bijscholing verstrekken moeten:
tijdens de controletesten de kandidaten op voldoende afstand plaatsen om de objectiviteit en het correcte verloop ervan te garanderen;
een informaticasysteem installeren met de directie “vervoer van gevaarlijke stoffen” voor de overdracht van gegevens betreffende de kandidaten en de controletesten;
de resultaten van de controletesten en de gegevens betreffende de kandidaten in de kortste tijd aan de directie “vervoer van gevaarlijke stoffen” overmaken, d.w.z. in principe binnen de twee weken die volgen op het examen; indien om een belangrijke reden deze termijn meer dan twee weken bedraagt, moet de instelling het uitstel bij de examencommissie motiveren;
systematisch de aanwezigheid garanderen van één of meer opzichters in voldoende aantal om een correct verloop van de controletesten te verzekeren (één opzichter per 50 kandidaten of gedeelte ervan);
zich schikken naar de beslissingen van de examencommissie; meer bepaald verplicht ze zich er toe het examenreglement opgesteld door de examencommissie na te leven en te doen naleven.

§ 4

De minimale duur van de bijscholingen is de volgende:
bijscholing voor één categorie van gevaarlijke goederen: 18 uren voor het initieel deel dat specifiek is aan een welbepaalde vervoerswijze en 3 uren per bijkomend deel dat specifiek is aan een andere vervoerswijze;
bijscholing voor elke bijkomende categorie van gevaarlijke goederen: 6 uren voor het initieel deel dat specifiek is aan een welbepaalde vervoerswijze en 3 uren per bijkomend deel dat specifiek is aan een andere vervoerswijze.

§ 5

Per dag mag niet meer dan zes uur opleiding verstrekt worden.

§ 6

Tijdens het volgen van het in § 4 van onderhavig artikel omschreven initieel deel van de bijscholing dat specifiek is aan een welbepaalde vervoerswijze voor één categorie van gevaarlijke goederen, mogen de kandidaten niet langer afwezig zijn dan 3 uur. Tijdens het volgen van elke in § 4 van onderhavig artikel omschreven bijscholing voor elke bijkomende categorie van gevaarlijke goederen of elke bijkomende vervoerswijze, mogen de kandidaten niet afwezig zijn.

§ 7

De bevoegde overheid bepaalt de overige regels met betrekking tot de praktische organisatie van de bijscholing.

Artikel 34

§ 1

De bijscholing heeft in de eerste plaats tot doel te verzekeren dat de kandidaat nog altijd de nodige kennis bezit om de in bijlage I opgesomde taken van de veiligheidsadviseur na te komen, inzonderheid van de bepalingen die ingevoerd werden na de datum van zijn laatste examen of controletest.

§ 2

De voorschriften van artikel 12 en 18 betreffende de scholing zijn bij analogie van toepassing op de bijscholing.

§ 3

De voorschriften van artikelen 14 tot en met 17 betreffende de instellingen die de scholing verstrekken zijn bij analogie van toepassing op de instellingen die de bijscholing verstrekken.
De instellingen die de bijscholing verstrekken moeten:
tijdens de controletesten de kandidaten op voldoende afstand plaatsen om de objectiviteit en het correcte verloop ervan te garanderen;
een informaticasysteem installeren met [het Departement] voor de overdracht van gegevens betreffende de kandidaten en de controletesten;
de resultaten van de controletesten en de gegevens betreffende de kandidaten in de kortste tijd aan [het Departement] overmaken, d.w.z. in principe binnen de twee weken die volgen op het examen; indien om een belangrijke reden deze termijn meer dan twee weken bedraagt, moet de instelling het uitstel bij de examencommissie motiveren;
systematisch de aanwezigheid garanderen van één of meer opzichters in voldoende aantal om een correct verloop van de controletesten te verzekeren (één opzichter per 50 kandidaten of gedeelte ervan);
zich schikken naar de beslissingen van de examencommissie; meer bepaald verplicht ze zich er toe het examenreglement opgesteld door de examencommissie na te leven en te doen naleven.

§ 4

De minimale duur van de bijscholingen is de volgende:
bijscholing voor één categorie van gevaarlijke goederen: 18 uren voor het initieel deel dat specifiek is aan een welbepaalde vervoerswijze en 3 uren per bijkomend deel dat specifiek is aan een andere vervoerswijze;
bijscholing voor elke bijkomende categorie van gevaarlijke goederen: 6 uren voor het initieel deel dat specifiek is aan een welbepaalde vervoerswijze en 3 uren per bijkomend deel dat specifiek is aan een andere vervoerswijze.

§ 5

Per dag mag niet meer dan zes uur opleiding verstrekt worden.

§ 6

Tijdens het volgen van het in § 4 van onderhavig artikel omschreven initieel deel van de bijscholing dat specifiek is aan een welbepaalde vervoerswijze voor één categorie van gevaarlijke goederen, mogen de kandidaten niet langer afwezig zijn dan 3 uur. Tijdens het volgen van elke in § 4 van onderhavig artikel omschreven bijscholing voor elke bijkomende categorie van gevaarlijke goederen of elke bijkomende vervoerswijze, mogen de kandidaten niet afwezig zijn.

§ 7

De [minister] bepaalt de overige regels met betrekking tot de praktische organisatie van de bijscholing.

Artikel 35

De scholingscertificaten worden verlengd door de in artikel 33, § 1 beoogde examencommissies onder de handtekening van een daartoe door hun voorzitter aangeduid lid, behoudens voor de scholingscertificaten geldig voor de klasse 7 die door de bevoegde overheid voor deze klasse worden afgeleverd.

Artikel 35

De scholingscertificaten worden verlengd door de in artikel 33, § 1 beoogde examencommissies onder de handtekening van een daartoe door hun voorzitter aangeduid lid, behoudens voor de scholingscertificaten geldig voor de klasse 7 die door de [minister] worden afgeleverd.

Artikel 36

De bevoegde overheid of de via artikel 33, § 1 aangewezen examencommissie bepaalt de overige nadere regels met betrekking tot de afgifte van de verlengde scholingscertificaten.

Artikel 36

De [minister] of de via artikel 33, § 1 aangewezen examencommissie bepaalt de overige nadere regels met betrekking tot de afgifte van de verlengde scholingscertificaten.