Meer info
 

26/10/56 Statuut IAEA
Statuut van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie van 26 oktober 1956

Artikel XI Projecten van de Organisatie

A

Elk lid of elke groep leden van de Organisatie, welke een project voor onderzoek op het gebied van, of ontwikkeling of praktische toepassing van de atoomenergie voor vreedzame doeleinden wenst te ondernemen, kan ter verkrijging van splijtstoffen en andere materialen, diensten, uitrusting en installaties welke voor dit doel nodig zijn, de bemiddeling van de Organisatie inroepen. Elk zodanig verzoek dient te worden vergezeld van een toelichting van het doel en de omvang van het project en zal door de Raad van Beheer worden bestudeerd.

B

Op verzoek kan de organisatie eveneens steun verlenen aan een lid of aan een groep van leden bij het treffen van regelingen teneinde de nodige financiële middelen van buitenaf te verkrijgen ter verwezenlijking van dergelijke projecten. Bij het verlenen van deze steun is de Organisatie niet gehouden om enigerlei garanties nopens het project te verschaffen of daarvoor enigerlei financiële verantwoordelijkheid te aanvaarden.

C

De Organisatie kan regelingen treffen voor het leveren door een of meer leden van alle materialen, diensten, uitrusting en installaties welke voor het project nodig zijn of kan zich verplichten enige of alle der bovengenoemde materialen, diensten, uitrusting en installaties zelf rechtstreeks te verschaffen, daarbij rekening houdend met de wensen van het lid of de leden van wie het verzoek afkomstig is.

D

Teneinde het verzoek in behandeling te kunnen nemen kan de Organisatie een persoon of personen, bevoegd het project te onderzoeken, naar het grondgebied zenden van het lid of de groep leden van wie het verzoek afkomstig is. Voor dit doel kan de Organisatie, met toestemming van het lid of de groep leden van wie het verzoek afkomstig is, leden van haar eigen personeel gebruiken of onderdanen van ieder lid, die de daarvoor vereiste bevoegdheden bezitten.

E

Alvorens zijn goedkeuring te hechten aan een krachtens dit artikel ondernomen project, overtuigt de Raad van beheer zich van:
1.
Het nut van het project, met inbegrip van zijn wetenschappelijke en technische uitvoerbaarheid;
2.
De geschiktheid van de opzet van het project, de toereikendheid der fondsen, en de geschiktheid van het technisch personeel, om een doeltreffende uitvoering van het project te verzekeren;
3.
De doeltreffendheid der voorgestelde gezondheids- en veiligheidsnormen voor het behandelen en opslaan van materialen en voor het doen functioneren van installaties;
4.
Het onvermogen van het lid of de groep leden van wie het verzoek afkomstig is om de nodige fondsen, materialen, installaties, uitrusting en diensten te verkrijgen;
5.
De rechtvaardige verdeling van materialen en andere voor de Organisatie beschikbare hulpbronnen;
6.
De bijzondere behoeften der onderontwikkelde gebieden; alsmede;
7.
Alle andere terzake dienende aangelegenheden;

F

Wanneer de Organisatie haar goedkeuring aan een project hecht, gaat zij een overeenkomst aan met het lid dat of de groep leden die het voorstel tot het project indient, waarin:
1.
De toewijzing aan het project van alle daartoe benodigde splijtstoffen en andere materialen wordt voorzien;
2.
De overdracht wordt geregeld van splijtstoffen van de plaats waar zij op dit ogenblik worden bewaard, ongeacht of de materialen berusten bij de Organisatie of bij het lid dat ze beschikbaar stelt, om te worden gebruikt voor projecten van de Organisatie, naar het lid dat of de groep leden die het voorstel tot het project heeft ingediend op een wijze welke de veiligheid van elke vereiste zending waarborgt en voldoet aan de van toepassing zijnde gezondheids- en veiligheidsnormen;
3.
De voorwaarden, met inbegrip van de kosten, zijn opgenomen, waarop de materialen, diensten, uitrusting en installaties door de Organisatie zelf moeten worden verschaft en, indien deze materialen, diensten, uitrusting en installaties door een lid moeten worden verschaft, de voorwaarden welke worden overeengekomen tussen het lid dat of de groep leden die het voorstel tot het project hebben ingediend en het lid dat voor de levering zorgt;
4.
De behoefte is vervat van het lid of de groep welke het voorstel tot het project indient:
(a)
dat de verleende steun niet zal worden gebruikt op een zodanige wijze dat daarmede enig militair doel wordt gediend; en
(b)
dat het project wordt onderworpen aan de in artikel XII voorziene waarborgen, waarbij de voor elk speciaal geval geldende veiligheidsvoorschriften in de overeenkomst worden omschreven;
5.
De nodige voorzieningen zijn opgenomen inzake de rechten en belangen van de Organisatie en van het lid of de leden betrokken bij eventuele uit het project voortkomende uitvindingen of ontdekkingen of eventuele patenten daarop;
6.
De nodige voorzieningen zijn opgenomen inzake het bijleggen van geschillen;
7.
Andere ter zake dienende voorzieningen en bepalingen zijn opgenomen.

G

De bepalingen van dit artikel gelden ook, waar nodig, voor een verzoek om materialen, diensten, installaties of uitrusting in verband met een bestaand project gedaan.