Meer info
 

30/11/11 KB Veiligheidsvoorschriften kerninstallaties
Koninklijk besluit van 30 november 2011 houdende veiligheidsvoorschriften voor kerninstallaties

Hoofdstuk 4bis Specifieke veiligheidsvoorschriften voor de onderzoeksreactoren

Afdeling I Beheer van de nucleaire veiligheid

Artikel 42 Managementsysteem

Er moet een organisatorische entiteit met de verantwoordelijkheid om onafhankelijke evaluaties uit te voeren, worden opgericht en met de overeenstemmende autoriteit worden bekleed.

Artikel 43 Opleiding en machtiging van het personeel

De operatoren van de controlezaal van de onderzoeksreactoren moeten een basisopleiding en een jaarlijkse bijscholing volgen, onder meer om een praktische kennis te verwerven op het gebied van het gebruik van de procedures in normaal bedrijf en in ongevalsomstandigheden.
De jaarlijkse bijscholing van de operatoren van de controlezaal handelt onder meer over de volgende onderwerpen:
de besturing van de reactor, zowel in normale bedrijfssituaties als bij voorziene bedrijfsincidenten en bij geselecteerde ongevallen;
in voorkomend geval, het werken in een ploegenstelsel;
de uitwisseling van bedrijfservaringen en wijzigingen van de installaties en procedures.
Het onderhouds- en technisch ondersteunend personeel, inclusief dat van de onderaannemers, moet een praktische opleiding volgen (indien mogelijk op maquettes of reële componenten in opleidingsinstallaties of laboratoria) om vertrouwd te geraken met de specifieke veiligheidsvereisten van taken die niet kunnen worden geoefend op de geïnstalleerde uitrustingen.
De operatoren van de controlezaal die belast zijn met de besturing en de toestandswijzigingen van de reactor moeten over een bevoegdheidsverklaring beschikken die voor een bepaalde termijn geldig is. Bij de evaluatie van de deskundigheid en geschiktheid van de personen worden gedocumenteerde criteria gebruikt voor het verkrijgen van een vergunning. De exploitant moet procedures opstellen voor het verkrijgen van deze vergunning en voor de vernieuwing ervan wanneer de geldigheidstermijn verstreken is.
De oprichtings- en exploitatievergunning kan afwijken van de vereiste in het vorige lid voor studenten die in het kader van hun opleiding deelnemen aan de besturing en de toestandswijzigingen van de reactor. Zij krijgen de nodige opleiding en staan onder het permanente toezicht van een gemachtigde operator.

Afdeling II Ontwerp

Artikel 47 Klassering van de structuren, systemen en componenten

Tussen de structuren, systemen en componenten van de verschillende klassen moeten interfaces worden voorzien om te voorkomen dat een faling van een structuur, systeem of component van een lagere klasse overgedragen wordt op een systeem van een hogere klasse.

Artikel 48 Herziening van het ontwerp

Het ontwerp wordt regelmatig en telkens wanneer dit nodig is als gevolg van ervaringsfeedback of van significante nieuwe informatie met betrekking tot de nucleaire veiligheid, herzien. De periodieke veiligheidsherzieningen zijn aanvullend aan deze activiteit. Er worden deterministische methoden gebruikt, in voorkomend geval aangevuld door probabilistische methoden en deskundigenoordelen, om de behoeften aan en de opportuniteiten voor de verbetering van de nucleaire veiligheid te identificeren.
De geïdentificeerde behoeften leiden tot de uitvoering van verbeteringen. De geïdentificeerde opportuniteiten leiden tot de uitvoering van verbeteringen daar waar ze redelijkerwijze haalbaar zijn.

Artikel 49 Experimentele opstellingen en experimentele activiteiten

49.1 Doel

De experimentele opstellingen moeten zodanig worden ontworpen dat de veiligheid van de reactor in al zijn bedrijfssituaties en in ongevalsomstandigheden niet in het gedrang wordt gebracht.
Noch het samenbouwen, het inbrengen in of verwijderen uit de kern, noch het onderhoud of de faling van een experimentele opstelling mogen:
(a)
de beheersing van de reactiviteit;
(b)
de werking van het beschermingssysteem van de reactor;
(c)
de koelcapaciteit van de in de kern aanwezige brandstof;
(d)
de werking van de insluitingsmiddelen in het gedrang brengen of onaanvaardbare radiologische gevolgen teweegbrengen.
In voorkomend geval moeten criteria worden gespecificeerd ter bescherming van de integriteit van de experimentele kringen die werken bij hoge druk of hoge temperatuur alsook voor de neutronen-bronnen.
Voor elke experimentele opstelling wordt een specifieke ontwerpbasis opgesteld en een veiligheidsanalyse uitgevoerd waarin minstens rekening wordt gehouden met:
(a)
de inventaris van radioactieve stoffen van de experimentele opstelling;
(b)
de potentiële productie of vrijgave van energie;
(c)
de schade veroorzaakt door de vooronderstelde initiatorgebeurtenissen;
(d)
de interacties daarvan met de reactor en de andere experimentele opstellingen.
Voor elke experimentele opstelling moet in de ontwerpfase rekening worden gehouden met het beheer van afval afkomstig van de experimentele activiteiten en van de ontmanteling.

49.2 Veiligheid van de experimentele en educatieve activiteiten

Er moeten procedures worden uitgewerkt voor het ontwerp, de vervaardiging, de installatie, de inbedrijfstelling en de uitbating van de experimentele opstellingen die een impact hebben op de veiligheid.
Er moeten procedures worden uitgewerkt voor het ontwerp, de ontwikkeling en de uitvoering van experimentele activiteiten die een impact hebben op de veiligheid.
Voor zover dat noodzakelijk is met het oog op de veiligheid van de reactor en de experimentele activiteit, moeten er in de controlezaal van de reactor geschikte middelen aanwezig zijn om de parameters van de experimentele activiteiten te bewaken.
De exploitant moet in zijn managementsysteem procedures opnemen voor het onderzoeken en goedkeuren van:
(a)
voorstellen van experimentele activiteiten;
(b)
de controle van de impact ervan op de werking van de reactor, in het bijzonder wijzigingen van reactiviteit en stralingsniveaus;
(c)
het inbedrijfstellingsprogramma;
(d)
het demonteren en onderhouden van de experimentele opstellingen.
De exploitant moet in voorkomend geval procedures uitwerken om toezicht te houden op de besturing van de reactor door studenten en het toezicht op hen door een gemachtigde operator.
De exploitant vergewist zich ervan dat de studenten en onderzoekers wier activiteiten een impact kunnen hebben op de nucleaire veiligheid, de bepalingen van de eerste twee leden van artikel 5.7 uitvoeren.

49.3 Competentie en kwalificatie van personeel

De aan de experimentele opstellingen gerelateerde activiteiten met een mogelijke impact op de veiligheid worden vergund en onder toezicht gehouden door personeelsleden van de exploitant die de vereiste deskundigheid en kwalificaties hebben.

49.4 Onderhoud, inspectie tijdens de werking en functionele testen

Er moet een controlesysteem bestaan om te waarborgen dat een experimentele opstelling na onderhoud of inspectie niet terug in dienst wordt genomen voordat de verificatie van de kwaliteit en de configuratie ervan met bewijsstukken werd gestaafd en in voorkomend geval de noodzakelijke tests werden uitgevoerd.

49.5 Interne brandrisicoanalyse

Bij de analyse van het brandrisico wordt rekening gehouden met de aan de experimentele activiteiten gerelateerde brandrisico's.

Afdeling III Uitbating

Artikel 50 Uitbatingslimieten en -voorwaarden

De uitbatingslimieten en -voorwaarden moeten voorschriften bevatten voor de verschillende bedrijfstoestanden van de reactor, inclusief het opstarten en het opvoeren van het vermogen, de stopzetting en de brandstofherladingen.
De uitbatingslimieten en -voorwaarden moeten makkelijk toegankelijk zijn voor het personeel van de controlezaal. Ze moeten makkelijk te begrijpen zijn en hun vorm moet aangepast zijn aan het gebruik door de operatoren.
De operatoren van de controlezaal moeten een grondige kennis hebben van de uitbatingslimieten en -voorwaarden en hun technische basis.
De betrokken leidinggevenden moeten de geest en de inhoud van de uitbatingslimieten en -voorwaarden kennen zodat uitbatingsbeslissingen worden genomen door mensen die het belang van de uitbatingslimieten en -voorwaarden voor de nucleaire veiligheid begrijpen.
Het personeel dat vereist is voor de behandeling van de verschillende bedrijfstoestanden moet worden gespecificeerd in de uitbatingslimieten en -voorwaarden en toereikend zijn om de eventueel noodzakelijke noodprocedures toe te passen. Met name moet het minimaal vereiste personeel in de controlezaal worden aangegeven, evenals de nodige kwalificaties om zijn functies uit te oefenen.

Artikel 51 Beheer van de veroudering

In het verouderingsbeheerprogramma wordt rekening gehouden met de gebruiksomstandigheden, de belastingcycli, de onderhoudsprocessen, de tijd in bedrijf en de test- en vervangstrategie waaraan de geselecteerde structuren, systemen en componenten onderworpen worden.
Voor de systemen, structuren en componenten die kunnen verouderen en niet het voorwerp van een systematisch vervangingsprogramma uitmaken, ontwikkelt de exploitant een gedocumenteerd beslissingsproces m.b.t. de grenscriteria. Bij overschrijding van deze criteria zal het systeem of de component worden vervangen of hersteld.
Het verouderingsbeheerprogramma omvat de identificatie en de opvolging van problemen m.b.t. de economische veroudering, alsook de analyse van de gevolgen van deze problemen.
De nodige preventieve en corrigerende maatregelen met betrekking tot de veroudering worden bepaald en uitgevoerd.

Artikel 52 Onderhoud, inspectie tijdens de werking en functionele testen

De primaire kring moet worden onderworpen aan een monitoring van de lekkage, indien mogelijk gepaard gaande met dichtheidsproeven die worden uitgevoerd met een geschikte regelmaat en op zijn minst na elke stilstand waarbij de dichtheid van de primaire kring in het gedrang had kunnen komen.
De nodige controles moeten worden uitgevoerd om de integriteit en de doeltreffende werking van de insluitingsfunctie van het reactorgebouw na te gaan. Deze controles omvatten in voorkomend geval:
dichtheidsproeven;
tests op de doorvoeringen en de isolatieorganen;
inspecties en tests van het ventilatiesysteem en de hoogrendementsfilters;
onderzoek naar de structurele integriteit;
toezicht op omgevingsomstandigheden binnen het reactorgebouw, zoals temperatuur, druk en andere karakteristieken van de atmosfeer.

Artikel 53 Procedures die na een ongeval moeten worden gevolgd en leidraden voor het beheer van ernstige ongevallen

53.1 Doelstellingen en reikwijdte

De exploitant beschikt over een volledige reeks procedures die bij ongevallen moeten worden gevolgd en in voorkomend geval over leidraden voor het beheer van ernstige ongevallen om het hoofd te kunnen bieden aan ongevalsomstandigheden die zich in alle bedrijfstoestanden kunnen voordoen.
Deze procedures en leidraden maken het mogelijk om ongevallen te beheren waarbij de reactor, de experimentele opstellingen en de brandstof in de opslag van gebruikte brandstof gelijktijdig worden getroffen, rekening houdend met hun mogelijke interacties.
De toepassing van de procedures en leidraden blijft mogelijk in die gevallen waarin alle installaties op de site zich in ongevalsomstandigheden bevinden, rekening houdend met de afhankelijkheden tussen de systemen en de gemeenschappelijke hulpmiddelen.

53.1.1 Ontwerpbasisongevallen

De procedures die bij ongevallen moeten worden gevolgd, worden toegepast bij ontwerpbasisongevallen.
Deze procedures hebben tot doel de reactor terug in een veilige toestand te brengen.
Deze procedures bestaan uit toestandsafhankelijke procedures of een combinatie van toestandsafhankelijke en gebeurtenisafhankelijke procedures.

53.1.2 Ontwerpuitbreidingsongevallen

Procedures die bij ongevallen moeten worden gevolgd, in combinatie met andere procedures, moeten toestaan om bij DEC-A-omstandigheden de verloren veiligheidsfuncties te herstellen of te compenseren, en om een aanzienlijke schade aan de brandstof in de kern of in het de opslag van gebruikte brandstof te voorkomen.
Deze procedures bestaan uit toestandsafhankelijke procedures, tenzij een gebeurtenisafhankelijke aanpak kan worden verantwoord.
Wanneer aanzienlijke schade aan de brandstof niet kan worden voorkomen, worden er leidraden voor het beheer van ernstige ongevallen, in combinatie met andere procedures, gebruikt om de gevolgen ervan te beperken.

53.2 Format en inhoud

De procedures die bij ongevallen moeten worden gevolgd en, in voorkomend geval, de leidraden voor het beheer van ernstige ongevallen worden stelselmatig ontwikkeld op basis van een realistische en specifieke analyse van mogelijke ongevallen in de reactor. De resultaten van de deterministische en, in voorkomend geval, probabilistische veiligheidsanalyses worden in dit kader gebruikt. De procedures die bij ongevallen moeten worden gevolgd zijn coherent met de andere uitbatingprocedures, in het bijzonder met de procedures voor reactie op een alarm (alarmfiche) en, in voorkomend geval, met de leidraden voor het beheer van ernstige ongevallen.
De procedures die bij ongevallen moeten worden gevolgd en, in voorkomend geval, de leidraden voor het beheer van ernstige ongevallen respecteren een vooraf bepaalde filosofie; bij de keuze van de strategieën en de uit te voeren maatregelen wordt rekening gehouden met de specificiteit van de reactor.
De procedures die bij ongevallen moeten worden gevolgd, moeten de operator in staat stellen de ongevalsomstandigheden waarop ze betrekking hebben snel te kunnen identificeren. De toegangs- en uitgangsvoorwaarden in de procedures die bij ongevallen moeten worden gevolgd, worden zodanig bepaald dat de gepaste procedure bij een ongeval snel kan worden gekozen, zodat er overgegaan kan worden naar andere procedures. In voorkomend geval, moet de overgang van de procedures die bij ongevallen moeten worden gevolgd naar de leidraden voor het beheer van ernstige ongevallen duidelijk kunnen worden geïdentificeerd, waardoor alle toestanden van de reactor gedekt worden.
De procedures die bij ongevallen moeten worden gevolgd en, in voorkomend geval, de leidraden voor het beheer van ernstige ongevallen zijn makkelijk te onderscheiden van de andere uitbatingprocedures.
De procedures die bij ongevallen moeten worden gevolgd die van toepassing zijn op ontwerpbasisongevallen maken gebruik van adequaat gekwalificeerde uitrustingen en instrumentatie. De na een ongeval te volgen procedures die van toepassing zijn op ontwerpuitbreidingsomstandigheden en de leidraden voor het beheer van ernstige ongevallen maken voornamelijk gebruik van adequaat gekwalificeerde uitrustingen.
De procedures en leidraden houden rekening met de omstandigheden die zich op de site kunnen voordoen, inclusief de radiologische aspecten die worden veroorzaakt door de ongevalsomstandigheden waarop ze betrekking hebben.

53.3 Verificatie en validatie

Behalve bij een gerechtvaardigde afwijking, moeten alle te volgen procedures bij ongevallen en alle leidraden voor ernstige ongevallen geverifieerd en gevalideerd worden in de vorm waarin ze gebruikt zullen worden om hun technische geschiktheid en hun compatibiliteit met de gebruiksomstandigheden te garanderen. De verificatie is de evaluatie waardoor de juistheid van een procedure of van een geschreven leidraad wordt bevestigd en die garandeert dat de technische en menselijke factoren correct in aanmerking werden genomen. De validatie is de evaluatie die bevestigt dat de in de procedures en leidraden beschreven acties door opgeleid personeel kunnen worden uitgevoerd. De aanpak die gebruikt wordt om de procedures en de leidraden te verifiëren en te valideren, moet worden gedocumenteerd.
De validatie van de procedures die bij ongevallen moeten worden gevolgd gebeurt door de modellering van representatieve ongevalssituaties.
In voorkomend geval, gebeurt de validatie van de leidraden voor het beheer van ernstige ongevallen door de modellering van representatieve scenario's van ernstige ongevallen en door de modellering van acties die bepaald worden in de bij ongevallen te volgen procedures en in de leidraden voor het beheer van ernstige ongevallen.

53.4 Bijwerking en herziening van de procedures en de leidraden

De procedures die bij ongevallen moeten worden gevolgd en, in voorkomend geval, de leidraden voor het beheer van ernstige ongevallen, worden periodiek geactualiseerd zodat ze aan hun gebruik aangepast blijven. In het bijzonder is het aangewezen om de eventuele impact op de procedures die bij ongevallen moeten worden gevolgd en de leidraden voor het beheer van ernstige ongevallen na te gaan in de volgende gevallen:
een wijziging van de reactor;
een wijziging in de organisatie;
resultaten van de probabilistische veiligheidsanalyses (in voorkomend geval);
nieuwe kennis of ervaring in verband met (het beheer van) (ernstige) ongevallen;
herziening van de generieke grondslagen.
Desgevallend kan een bijwerking vereist zijn buiten de periodieke bijwerkingen.

53.5 Verantwoordelijkheden en opleiding

De rol en de verantwoordelijkheid van elke persoon die betrokken is bij de toepassing van een procedure die bij ongevallen moeten worden gevolgd of, in voorkomend geval, bij een leidraad voor het beheer van ernstige ongevallen moeten duidelijk en eenduidig worden gedefinieerd. De vereiste coördinatie moet gegarandeerd worden.
Het personeel dat betrokken is bij de procedures die bij ongevallen moeten worden gevolgd en bij de leidraden voor het beheer van ernstige ongevallen moet een initiële vorming krijgen, gevolgd door bijscholing die onder meer op de volgende aspecten betrekking hebben:
rol en verantwoordelijkheden;
verloop van de ontwerpbasisongevallen, ontwerpuitbreidingsongevallen en ernstige ongevallen en fenomenen die er betrekking op hebben;
concept en structuur van de procedures en leidraden voor het beheer van ernstige ongevallen;
acties en maatregelen die bepaald zijn in de procedures die bij ongevallen moeten worden gevolgd en, in voorkomend geval, de leidraden voor het beheer van ernstige ongevallen;
training en praktische oefeningen met betrekking tot de procedures die bij ongevallen moeten worden gevolgd en, in voorkomend geval, de leidraden voor het beheer van ernstige ongevallen, met inbegrip van de overgang tussen de te volgen procedures bij ongevallen en de leidraden voor het beheer van ernstige ongevallen, indien van toepassing;
interacties tussen de betrokkenen.
Het personeel van de controlezaal moet regelmatig worden gevormd en opgeleid in het gebruik van de procedures die bij ongevallen moeten worden gevolgd en, in voorkomend geval, van de leidraden voor het beheer van ernstige ongevallen.
De interventies die beschreven worden in de leidraden voor het beheer van ernstige ongevallen die bedoeld zijn om de veiligheidsfuncties te herstellen, maken het voorwerp uit van geplande regelmatige oefeningen. Bij deze oefeningen wordt rekening gehouden met mogelijke ongunstige omstandigheden.

53.6 Middelen

De exploitant moet waken over de beschikbaarheid van het materieel en de middelen die vereist zijn om de acties beschreven in de procedures die bij ongevallen moeten worden gevolgd en, in voorkomend geval, de leidraden voor het beheer van ernstige ongevallen uit te voeren.

Afdeling IV Verificatie van de nucleaire veiligheid

Artikel 54 Inhoud van het veiligheidsrapport

Het veiligheidsrapport behandelt op een niet beperkende manier de volgende onderwerpen:
a)
Inleiding en context.
b)
Algemene beschrijving van de site, van de reactor, van het normaal bedrijf van de installatie en haar veiligheid.
c)
Organisatie van de exploitatie en beheer van de nucleaire veiligheid.
d)
Evaluatie van de site: veiligheidsaspecten en voorvallen van externe oorsprong.
e)
Algemene ontwerpaspecten en fundamentele veiligheidsdoelstellingen.
f)
Gedetailleerde beschrijving van de veiligheidsfuncties en van de structuren, systemen en componenten die belangrijk zijn voor de nucleaire veiligheid, en hun ontwerpbases en hun werking in alle toestanden van de reactor (vermogenswerking, stilstand, ongevalsomstandigheden); van toepassing zijnde codes en normen.
g)
Veiligheidsdemonstratie:
i.
deterministische analyses die aantonen dat de veiligheidscriteria en de limieten voor de radiologische gevolgen worden nageleefd, inclusief een beschrijving van de marges, en
ii
probabilistische analyses, indien van toepassing;
h)
Inbedrijfstelling van de nieuwe installaties.
i)
Operationele aspecten, met inbegrip van beschrijving van de operationele aspecten van de procedures die bij ongeval moeten gevolgd worden en, in voorkomend geval, van de leidraden voor het beheer van ernstige ongevallen, van de testen en inspecties, van de kwalificatie en van de opleiding van het personeel, van de nationale en internationale ervaringsfeedback, het beheer van de veroudering.
j)
Uitbatingslimieten en -voorwaarden met hun technische rechtvaardiging.
k)
Stralingsbescherming.
l)
Voorbereiding op noodsituaties: acties op de site en verbinding/coördinatie met externe organisaties.
m)
Milieuaspecten, met inbegrip van de limieten voor radioactieve lozingen.
n)
Beheer van radioactief afval.
o)
Ontwerp- en uitbatingaspecten met het oog op de ontmanteling en het einde van de uitbating.
De in het veiligheidsrapport opgenomen beschrijvingen, analyses en maatregelen moeten betrekking hebben op de site als geheel, zodat rekening wordt gehouden met de risico's:
die alle installaties in een korte tijdspanne kunnen bedreigen;
die kunnen voortvloeien uit nadelige interacties tussen de op de site aanwezige installaties.

Artikel 55 Probabilistische veiligheidsstudies

Er moet een probabilistische veiligheidsstudie worden opgesteld voor de onderzoeksreactoren met een thermisch vermogen van meer dan 5 MW.
De probabilistische veiligheidsstudie wordt gebruikt als instrument ter aanvulling van de deterministische methode om de significante factoren te bepalen die bijdragen aan de door de onderzoeksreactor veroorzaakte radiologische risico's en om te beoordelen in hoeverre het ontwerp evenwichtig is.

Artikel 56 Periodieke veiligheidsherzieningen

De benutting van de reactor worden als aanvullend thema bij die van artikel 14.2 onderzocht.

Afdeling V Voorbereiding op een noodsituatie

Artikel 57 Intern noodplan

57.1 Voorbereiding en intern noodplan

Het intern noodplan:
houdt rekening met langdurige situaties;
beschrijft hoe de door verschillende installaties gedeelde menselijke en materiële hulpmiddelen op de site en indien van toepassing bij de exploitant worden ingezet;
wordt gecoördineerd tussen de verschillende betrokken partijen.

57.2 Organisatie

Het intern noodplan, inclusief de met de buitenwereld getroffen regelingen, blijft operationeel in geval de infrastructuur van de site of in de omgeving van de site zwaar beschadigd raakt.
Er zijn regelingen voorzien om tijdens langdurige noodsituaties de verschillende posten door gekwalificeerd personeel te blijven bemannen.

57.3 Infrastructuur

De noodinfrastructuur blijft operationeel tijdens ongevalssituaties.
Het coördinatiecentrum voor het crisisbeheer verschilt van de controlezaal. Het voorziet middelen voor de communicatie met de controlezaal, in voorkomend geval de gescheiden extra controlepost(en), evenals met andere belangrijke locaties op de site, en met de interventiediensten op en buiten de site.

57.4 Opleiding, training en oefeningen

De oefeningen van het intern noodplan omvatten het gebruik en de aansluiting van mobiele uitrustingen. De oefeningen omvatten situaties waarin verschillende installaties tegelijkertijd worden getroffen.

Artikel 58 Beveiliging tegen brand van interne oorsprong

58.1 Basisprincipes bij het ontwerp

De capaciteit om de reactor uit te schakelen, de restwarmte af te voeren, de radioactieve stoffen in te sluiten en de toestand van de reactor te bewaken moet worden behouden tijdens en na branden.

58.2 Brandbeveiligingssystemen

Alle zones van de reactor die verband houden met de veiligheid moeten worden gedekt door een brandbeveiligingssysteem. Het verdeelcircuit van de brandkranen buiten de gebouwen, de interne voedingskolommen alsook de brandslangen met hun aansluitingen en toebehoren moeten toelaten om op gepaste wijze deze zones te dekken uitgezonderd de zones die worden beschermd door apparaten die geen gebruik maken van water. De dekking moet worden gerechtvaardigd door de analyse van het brandrisico.