27ter.1
Elke opslag van radioactieve stoffen buiten gebouwen is verboden, tenzij:
- 1°
- deze opslag vergund is krachtens artikel 6 of 17.2;
of,
- 2°
- onverminderd het koninklijk besluit van 22 oktober 2017 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen van [de] klasse 7, deze opslag:
- a)
- gebeurt in een inrichting van klasse I zoals gedefinieerd in artikel 3.1.a);
- b)
- geen wijziging van de inrichting uitmaakt die, krachtens artikel 12 het voorwerp moet uitmaken van een nieuwe vergunning of milieueffectbeoordeling;
- c)
- gerechtvaardigd is overeenkomstig de bepalingen van artikel 27ter.4;
- d)
- [bij de oprichting ervan] het voorwerp uitmaakt van een positieve beslissing van de dienst voor fysische controle overeenkomstig de artikelen 23.1.5, b), 4 en 23.1.2.2, 3°, a);
- e)
- radioactieve stoffen betreft die voldoen aan de bepalingen van artikel 27ter2.2;
- f)
- gebeurt in gesloten containers die voldoen aan de bepalingen van artikel 27ter.3;
- g)
- enkel radioactieve stoffen bevat die er niet langer blijven dan twee jaar;
of,
- 3°
- onverminderd het koninklijk besluit van 22 oktober 2017 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen van [de] klasse 7, deze opslag:
- a)
- gebeurt in een inrichting van klasse I zoals gedefinieerd in artikel 3.1.a);
- b)
- colli, containers of tanks betreft bedoeld in het koninklijk besluit van 22 oktober 2017 betreffende het vervoer van de gevaarlijke goederen van de Klasse 7 die maximaal 1 week buiten gebouwen worden geplaatst met het oog op hun vervoer overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 22 oktober 2017;
- c)
- het voorwerp uitmaakt van een positieve beslissing van de dienst voor de fysische controle;
- d)
- radioactieve stoffen betreft die voldoen aan de bepalingen van artikel 27ter2 1° en 2° [ofwel het voorwerp uitmaakt van een positieve beslissing van de dienst voor fysische controle en gemeld wordt aan het Agentschap;]
[of]
[- 4°
- onverminderd het koninklijk besluit van 22 oktober 2017 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen van de klasse 7, deze opslag:
- a)
- gebeurt in een inrichting van klasse I zoals gedefinieerd in artikel 3.1.a);
- b)
- enkel stoffen omvat die het voorwerp uitmaken van een vrijgaveprocedure waarbij de hierin vereiste vrijgavemetingen zijn gebeurd en de resultaten van deze metingen voldoen aan de vigerende criteria.
]
27ter.2
De criteria voor radioactieve stoffen bedoeld in artikels 27ter.1, 2°, e), en 3°, d), zijn de volgende:
- 1°
- de radioactieve stoffen vast zijn, niet eenvoudig te verspreiden zijn en stabiel zijn in het milieu waarin ze zijn opgeslagen;
- 2°
- de radioactieve stoffen geen splijtbaar materiaal of ingekapselde bronnen bevatten;
- 3°
- de gemeten of op een gefundeerde schatting gebaseerde activiteitsconcentratie van de radioactieve stoffen niet groter is dan 1000 maal de waardes per radionuclide zoals vermeld in Tabel A van Bijlage IA. In het geval van mengsels van meer dan één radionuclide, bedraagt de som van de verhoudingen, zoals gedefinieerd in bijlage IA.6, niet meer dan 1000;
- 4°
- de gemeten of op een gefundeerde schatting gebaseerde totale activiteit van de radioactieve stoffen in buitenopslag van een inrichting niet groter is dan 50 000 maal de waarde per radionuclide zoals vermeld in Tabel A van bijlage IA. Voor mengsels van radionucliden bedraagt de som van de verhoudingen niet meer dan 50 000;
- 5°
- de radioactieve stoffen met een afneembare oppervlaktebesmetting hoger dan 0,4 Bq/cm2 voor beta-en gammastralers of 0,04 Bq/cm2 voor alfastralers, worden verpakt voor ze mogen worden opgeborgen in de containers bedoeld in artikel 27ter.1, 2°, f). De afneembare oppervlaktebesmetting [van] de buitenoppervlakte van deze insluitingsbarrière bedraagt maximaal 0,4 Bq/cm2 voor beta-en gammastralers en 0,04 Bq/cm2 voor alfastralers;
- 6°
- het equivalente dosisdebiet op contact van niet afgeschermde radioactieve stoffen niet meer bedraagt dan 2 mSv/h;
- 7°
- deze radioactieve stoffen:
- a)
- onvrijwillig geproduceerd zijn;
of
- b)
- uitrusting zijn waarvoor een verder gebruik is voorzien.
of
- c)
- radioactief afval zijn waarvoor ofwel de verwijdering naar NIRAS reeds aanvaard is, ofwel behandeling reeds bestaat in de inrichting en op korte termijn in werking zal worden gesteld.
De verpakking bedoeld in 5° van het voorgaande lid is niet vereist in het geval radioactieve stoffen die overeenkomstig de van kracht zijnde internationale overeenkomsten en reglementen voor het vervoer van gevaarlijke goederen geclassificeerd worden als SCO-I.
27ter.3
De containers bedoeld in artikel 27ter.1, 2°, f):
- 1°
- zijn omschreven in de van kracht zijnde internationale overeenkomsten en reglementen voor het vervoer van gevaarlijke goederen;
- 2°
- voldoen minstens aan de voorschriften voor een model van coli van het type IP-2, overeenkomstig de van kracht zijnde internationale overeenkomsten en reglementen voor het vervoer van gevaarlijke goederen;
- 3°
- hebben een equivalent contactdosisdebiet van niet meer dan 2 mSv/h en een afwrijfbare oppervlaktebesmetting die niet meer bedraagt dan 0,4 Bq/cm2 voor de bèta- en gammastralers en 0,04 Bq/cm2 voor de alfastralers.
27ter.4
Het rechtvaardigingsdossier voor de opslag buiten gebouwen bedoeld in 27ter.1, 2°, c) bevat minstens volgende elementen:
- 1°
- de motivering van de noodzaak tot opslag buiten een gebouw;
- 2°
- de verklaring van het tijdelijk karakter van de opslag buiten gebouwen;
- 3°
- een [analyse] betreffende de optimalisatie van de duur van de opslag van de radioactief stoffen;
- 4°
- een plan om alle stoffen te verwijderen of over te brengen naar een gebouw;
- 5°
- de preventieve en correctieve acties om de omvang van de stoffen in buitenopslag te beperken;
- 6°
- [de planning om deze acties uit te voeren.]
[Dit rechtvaardigingsdossier kan ofwel opgesteld per colli, container of verpakking ofwel gegroepeerd worden voor meerdere colli, containers of verpakkingen.]
27ter.5
Voor de opslag buiten gebouwen van de radioactieve stoffen beschikt de exploitant over:
- 1°
- een geactualiseerde inventaris van de radioactieve stoffen die een overzicht bevat van de opname en verwijdering van elke radioactieve stof in de buitenopslag [...];
- 2°
- een aan de belasting aangepaste grondplaat;
- 3°
- [een operationeel controlesysteem, goedgekeurd door zijn dienst voor fysische controle, om de afwezigheid van verspreiding van de radioactieve stoffen op te volgen, dat minstens periodieke controles op de afwezigheid van besmetting van de grondplaat en de containers, bedoeld in artikel 27ter.3, omvat, waarbij de periodiciteit bepaald dient te worden op basis van een risicoanalyse.]
De exploitant beschikt over de nodige manutentiemiddelen om de radioactieve stoffen terug te halen.
[De exploitant mag de containers, bedoeld in artikel 27ter.3, eens ze zich bevinden in de buitenopslag enkel openen indien dit gebeurt met directe overwaking van de dienst voor fysische controle, die verantwoordelijk is voor gepaste maatregelen om de verspreiding van radioactieve stoffen te vermijden en een eventuele verspreiding van radioactieve stoffen te detecteren.]
27ter.6
Het agentschap kan technische reglementen opmaken met betrekking tot de modaliteiten van de inventaris bedoeld in artikel 27ter.5, 1°.