30/07/18 GDPR-wet
Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens
Hoofdstuk II Beginselen van verwerking
Artikel 7
In uitvoering van artikel 8.1 van de Verordening is de verwerking van de persoonsgegevens van een kind met betrekking tot een rechtstreeks aanbod van diensten van de informatiemaatschappij aan een kind, rechtmatig indien de toestemming verleend wordt door kinderen van 13 jaar of ouder.
Wanneer deze verwerking betrekking heeft op de persoonsgegevens van een kind jonger dan 13 jaar, is die slechts rechtmatig indien de toestemming wordt verleend door de wettelijke vertegenwoordiger van dit kind.
Artikel 8
§ 1
In uitvoering van artikel 9.2.g) van de Verordening worden de hieronder vermelde verwerkingen beschouwd als noodzakelijke verwerkingen om redenen van zwaarwegend algemeen belang:
- 1°
- de verwerking door verenigingen met rechtspersoonlijkheid of stichtingen die als statutair hoofddoel de verdediging en de bevordering van de rechten van de mens en van de fundamentele vrijheden hebben, verricht voor de verwezenlijking van dat doel, op voorwaarde dat voor de verwerking een machtiging is verleend door de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, na advies van de bevoegde toezichthoudende autoriteit. De Koning kan nadere regels bepalen voor die verwerking;
- 2°
- de verwerking beheerd door de stichting van openbaar nut “Stichting voor Vermiste en Seksueel Uitgebuite Kinderen” voor de ontvangst, de overzending aan de gerechtelijke overheid en de opvolging van gegevens betreffende personen die ervan verdacht worden in een bepaald dossier van vermissing of seksuele uitbuiting, een misdaad of wanbedrijf te hebben begaan;
- 3°
- de verwerking van persoonsgegevens die het seksuele leven betreffen, verricht door een vereniging met rechtspersoonlijkheid of door een stichting met als statutair hoofddoel de evaluatie, de begeleiding en de behandeling van personen van wie het seksueel gedrag gekwalificeerd kan worden als een misdrijf en die voor de verwezenlijking van dat doel door de bevoegde overheid worden erkend en gesubsidieerd. Voor dergelijke verwerkingen, waarvan de bedoeling moet bestaan in de evaluatie, begeleiding en behandeling van de in deze paragraaf bedoelde personen en de verwerking uitsluitend persoonsgegevens betreft die, wanneer ze het seksueel leven betreffen, enkel betrekking hebben op laatstgenoemde personen, moet door de Koning bij een in een Ministerraad overlegd besluit, na advies van de bevoegde toezichthoudende autoriteit, een bijzondere, individuele machtiging worden verleend.
Het in het eerste lid, 3°, bedoelde besluit verduidelijkt de duur van de machtiging, de nadere regels voor de gegevensverwerking, de nadere regels voor de controle van de vereniging of stichting door de bevoegde overheid en de wijze waarop door deze overheid aan de bevoegde toezichthoudende autoriteit verslag uitbrengt over de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de verleende machtiging.
Behoudens bijzondere wettelijke bepalingen is de verwerking van genetische en biometrische gegevens door deze verenigingen en stichtingen, met als doel het op een unieke wijze identificeren van een fysieke persoon, verboden.
§ 2
De verwerkingsverantwoordelijke en, in voorkomend geval, de verwerker stellen een lijst op van de categorieėn van personen die toegang hebben tot de persoonsgegevens, met een beschrijving van hun hoedanigheid ten opzichte van de verwerking van de beoogde gegevens. Deze lijst wordt ter beschikking gehouden van de bevoegde toezichthoudende autoriteit.
De verwerkingsverantwoordelijke en, in voorkomend geval, de verwerker zorgen dat de aangewezen personen door een wettelijke of statutaire verplichting, of door een evenwaardige contractuele bepaling, ertoe gehouden zijn het vertrouwelijke karakter van de betrokken gegevens in acht te nemen.
§ 3
De stichting bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 2°, kan geen bestand houden betreffende personen die ervan verdacht worden een misdaad of wanbedrijf te hebben begaan of van veroordeelde personen. Zij wijst een functionaris voor gegevensbescherming aan.
Artikel 9
In uitvoering van artikel 9.4 van de Verordening neemt de verwerkingsverantwoordelijke, bij de verwerking van genetische, biometrische of gezondheidsgegevens, bovendien de volgende maatregelen:
- 1°
- hij of, in voorkomend geval, de verwerker wijst de categorieėn van personen die toegang hebben tot de persoonsgegevens, aan waarbij hun hoedanigheid ten opzichte van de verwerking van de betrokken gegevens nauwkeurig wordt omschreven;
- 2°
- hij of, in voorkomend geval, de verwerker houdt de lijst van de aldus aangewezen categorieėn van personen ter beschikking houden van de bevoegde toezichthoudende autoriteit;
- 3°
- hij zorgt ervoor dat de aangewezen personen door een wettelijke of statutaire verplichting, of door een evenwaardige contractuele bepaling ertoe gehouden zijn het vertrouwelijk karakter van de betrokken gegevens in acht te nemen.
Artikel 10
§ 1
In uitvoering van artikel 10 van de Verordening wordt de verwerking van persoonsgegevens betreffende strafrechtelijke veroordelingen en strafrechtelijke inbreuken of daarmee verband houdende veiligheidsmaatregelen uitgevoerd:
- 1°
- door natuurlijke personen of door privaatrechtelijke of publiekrechtelijke rechtspersonen voor zover dat noodzakelijk is voor het beheer van hun eigen geschillen; of
- 2°
- door advocaten of andere juridische raadgevers in zoverre de verdediging van de belangen van hun cliėnten dit vereist; of
- 3°
- door andere personen, indien de verwerking noodzakelijk is voor redenen van zwaarwegend algemeen belang voor het vervullen van taken van algemeen belang die door of krachtens een wet, een decreet, een ordonnantie of het recht van de Europese Unie zijn vastgesteld; of
- 4°
- voor zover de verwerking noodzakelijk is voor wetenschappelijk, historisch of statistisch onderzoek of met het oog op archivering; of
- 5°
- indien de betrokkene uitdrukkelijke schriftelijke toestemming heeft gegeven voor de verwerking van die persoonsgegevens voor een of meer welbepaalde doeleinden en de verwerking tot die doeleinden blijft beperkt; of
- 6°
- indien de verwerking betrekking heeft op de persoonsgegevens die kennelijk door de betrokkene op eigen initiatief openbaar zijn gemaakt voor een of meer welbepaalde doeleinden en de verwerking tot die doeleinden blijft beperkt.
§ 2
De verwerkingsverantwoordelijke en, in voorkomend geval, de verwerker stellen een lijst op van de categorieėn van personen die toegang hebben tot de persoonsgegevens, met een beschrijving van hun hoedanigheid ten opzichte van de verwerking van de beoogde gegevens. Deze lijst wordt ter beschikking gehouden van de bevoegde toezichthoudende autoriteit.
De verwerkingsverantwoordelijke en, in voorkomend geval, de verwerker zorgen dat de aangewezen personen door een wettelijke of statutaire verplichting, of door een evenwaardige contractuele bepaling, ertoe gehouden zijn het vertrouwelijke karakter van de betrokken gegevens in acht te nemen.
Artikel 10/1
§ 1
In toepassing van artikel 125, § 1, 1°, van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie en onverminderd de toepassing van de Verordening en deze wet, is de registratie van elektronische communicatie en de daarmee verband houdende verkeersgegevens uitgevoerd in het legale zakelijke verkeer ten bewijze van een commerciėle transactie of van een andere zakelijke communicatie toegestaan, op voorwaarde dat de bij de communicatie betrokken partijen vóór de registratie op de hoogte gebracht worden van de registratie, de precieze doeleinden ervan en de duur van de opslag van de registratie.
De in het eerste lid bedoelde gegevens worden gewist uiterlijk op het einde van de periode waarbinnen de transactie in rechte kan worden aangevochten.
§ 2
In toepassing van artikel 125, § 1, 1°, van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie en onverminderd de toepassing van de Verordening en deze wet is het kennisnemen en registreren van elektronische communicatie en de verkeersgegevens met als enig doel de kwaliteit van de dienstverlening in callcenters te controleren, toegestaan, op voorwaarde dat de personen die werkzaam zijn in het callcenter op voorhand op de hoogte gebracht worden van de mogelijkheid tot kennisnemen en registreren, het precieze doel ervan en de duur van bewaring van de geregistreerde communicatie en gegevens. Die gegevens mogen ten hoogste gedurende één maand worden bewaard.
Artikel 10/2
In toepassing van artikel 125, § 1, 1°, van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie en onverminderd de toepassing van de Verordening en deze wet is de opslag van informatie of het verkrijgen van toegang tot informatie die reeds is opgeslagen in de eindapparatuur van een abonnee of een gebruiker slechts toegestaan op voorwaarde dat:
- 1°
- de betrokken abonnee of gebruiker, overeenkomstig de voorwaarden bepaald in de Verordening en in deze wet, duidelijke en precieze informatie krijgt over de doeleinden van de verwerking en zijn rechten op basis van de Verordening en van deze wet;
- 2°
- de abonnee of eindgebruiker zijn toestemming heeft gegeven na ingelicht te zijn overeenkomstig de bepaling onder 1°.
Het eerste lid is niet van toepassing voor de technische opslag van informatie of de toegang tot informatie opgeslagen in de eindapparatuur van een abonnee of een eindgebruiker met als uitsluitend doel de verzending van een communicatie via een elektronische-communicatienetwerk uit te voeren of een uitdrukkelijk door de abonnee of eindgebruiker gevraagde dienst te leveren wanneer dit hiervoor strikt noodzakelijk is.