1.9.5.3.1
De Verdragspartijen dienen de verbodsbepalingen en alternatieve reiswegen voor de tunnels aan te geven met behulp van een verkeerssignalisatie.
1.9.5.3.2
De Verdragspartijen kunnen te dien einde de verkeerstekens C, 3h en D, 10a, 10b en 10c gebruiken, conform het Verdrag van Wenen over de verkeerssignalisatie (Wenen, 1968) en de European Agreement supplementing the Convention on Road Signs and Signals (Genève, 1971), geïnterpreteerd overeenkomstig de Resolution on Road Signs and Signals (R.E.2) van de UNECE Inland Transport Committee Principal Working Party on Road Transport, zoals gewijzigd.
1.9.5.3.3
Teneinde de verstaanbaarheid van de verkeerstekens op internationaal niveau te vergemakkelijken, berust de signalisatie die in het Verdrag van Wenen is voorgeschreven op het gebruik van vormen en kleuren die karakteristiek zijn voor elk van de categorieën van verkeerstekens en, in de mate van het mogelijke, eerder op het gebruik van grafische symbolen dan van opschriften. Wanneer de Verdragspartijen het nodig achten om de voorgeschreven verkeerstekens en symbolen te wijzigen, mogen de aangebrachte aanpassingen hun fundamentele karakteristieken niet veranderen. Wanneer de Verdragspartijen het Verdrag van Wenen niet toepassen, kunnen de voorgeschreven verkeerstekens en symbolen veranderd worden, voor zover de veranderingen er de wezenlijke betekenis niet van wijzigen.
1.9.5.3.4
De verkeerssignalisatie die bedoeld is om de toegang tot wegtunnels te ontzeggen aan voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren, moet aangebracht zijn op een plaats waar de keuze voor een alternatieve reisweg nog mogelijk is.
1.9.5.3.5
Wanneer de toegang tot tunnels aan beperkingen onderhevig is of wanneer alternatieve reiswegen voorgeschreven zijn, moeten de verkeerstekens als volgt vervolledigd worden met bijkomende panelen:
geen verkeersteken: geen enkele beperking;
verkeersteken met een bijkomend paneel voorzien van de letter B: van toepassing op de voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren die niet toegelaten zijn in de tunnels van categorie B;
verkeersteken met een bijkomend paneel voorzien van de letter C: van toepassing op de voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren die niet toegelaten zijn in de tunnels van categorie C;
verkeersteken met een bijkomend paneel voorzien van de letter D: van toepassing op de voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren die niet toegelaten zijn in de tunnels van categorie D;
verkeersteken met een bijkomend paneel voorzien van de letter E: van toepassing op de voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren die niet toegelaten zijn in de tunnels van categorie E.
1.9.5.3.6
De tunnelbeperkingen zijn van toepassing op transporteenheden waarvoor een oranje signalisatie conform 5.3.2 is voorgeschreven, met uitzondering van het vervoer van gevaarlijke goederen waarvoor “(-)” is aangegeven in kolom (15) van tabel A van hoofdstuk 3.2. Voor de gevaarlijke goederen die ingedeeld zijn bij de UN-nummers 2919 en 3331, kunnen beperkingen van de doorgang door tunnels evenwel deel uitmaken van de bijzondere regeling die door de bevoegde overheid of overheden op basis van 1.7.4.2 wordt goedgekeurd. Voor de tunnels van de categorie E zijn deze beperkingen eveneens van toepassing op transporteenheden waarvoor een markering conform 3.4.13 is voorgeschreven of die containers vervoeren waarvoor een markering conform 3.4.13 is voorgeschreven.
De tunnelbeperkingen zijn niet van toepassing op de transporteenheden die gevaarlijke goederen vervoeren conform 1.1.3, met uitzondering van de transporteenheden die voorzien zijn van de in 3.4.13 voorgeschreven kenmerking onder voorbehoud van 3.4.14.
1.9.5.3.7
De beperkingen moeten officieel gepubliceerd worden en publiek beschikbaar gesteld. De Verdragspartijen moeten deze beperkingen ter kennis brengen van het secretariaat van de ECE-UNO, die deze informatie publiek toegankelijk zal maken op zijn webstek op het internet.
1.9.5.3.8
Wanneer Verdragspartijen specifieke exploitatiemaatregelen toepassen, ontworpen om de risico's te verminderen en met betrekking tot bepaalde of alle voertuigen die tunnels gebruiken (zoals aangifte voor het binnenrijden of passage in een door begeleidingsvoertuigen geëscorteerd konvooi), moeten deze officieel gepubliceerd worden en publiek beschikbaar gesteld.